De mening van kinderen bij ingrijpende beslissingen
- sandyemons
- Nov 25
- 3 min read

Op 9 september 2025 deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een uitspraak in de zaak M.p en anderen tegen Griekenland (application no. 2068/24). Het Hof oordeelde dat artikel 8 EVRM was geschonden, omdat de kinderen van 4 en 6 jaar niet waren gehoord bij een verzoek om hen terug te brengen naar hun land van herkomst.
Volgens het Hof moeten nationale autoriteiten altijd nagaan hoe de stem van het kind kan worden betrokken, ook als een direct gesprek niet mogelijk is.
Feiten
Een Griekse vrouw verhuisde naar de Verenigde Staten, trouwde daar en kreeg twee kinderen (4 en 6 jaar oud). Nadat zij problemen ondervond met haar partner keerde zij in 2020 met de kinderen terug naar Griekenland. De vader had toestemming gegeven voor hun tijdelijk verblijf in Griekenland. Toen de moeder besloot niet meer terug te keren naar de Verenigde Staten verzocht de vader de Griekse rechter om terugkeer van de kinderen. De rechtbank wees het verzoek van de vader af omdat de kinderen inmiddels waren geïntegreerd in Griekenland en dat een terugkeer hun geestelijk welzijn zou schaden. Zowel in hoger beroep als in cassatie werd de beslissing van de rechtbank vernietigd en moesten de kinderen alsnog terugkeren naar hun vader in de Verenigde Staten. De moeder stelde dat de door de Griekse rechtbanken bevolen terugkeer van de kinderen en het feit dat deze kinderen niet direct of indirect waren gehoord, een inmenging vormde in hun recht op eerbiediging van hun gezinsleven ex art 8 EVRM.
Oordeel van het EHRM
Het EHRM oordeelde dat het bevel van de Griekse rechtbanken voor de terugkeer van de kinderen naar de Verenigde Staten een inmenging vormde in hun recht op gezinsleven ex art 8 EVRM. Hoewel deze inmenging wettelijk is toegestaan stelde het Hof vast dat de procedure onvoldoende rekening hield met de belangen van de kinderen bij een terugkeer naar de Verenigde Staten.
Belangrijk hierbij was dat de kinderen niet waren gehoord, noch direct noch via kindvriendelijke alternatieven, ondanks hun leeftijd. De nationale rechtbanken hadden moeten beoordelen of het horen van de kinderen wenselijk was en hun mening, indien mogelijk, moeten betrekken bij een beslissing die ingrijpend is voor de kinderen. Het Hof benadrukte dat de nationale autoriteiten verplicht zijn om te beoordelen of het horen van de kinderen wenselijk is, en indien van toepassing, hun mening bij een beslissing te betrekken. Ook werd vastgesteld dat er onvoldoende werd onderzocht of de terugkeer een ‘ernstig risico’ vormde voor het welzijn, geestelijke gezondheid of sociale en educatieve ontwikkeling van de kinderen.
Het Hof concludeerde dat de nationale rechtbanken hierdoor niet alle middelen hadden benut om de belangen van de kinderen te beschermen. De gedwongen terugkeer van de kinderen kon niet worden beschouwd als noodzakelijk in een democratische samenleving. Het EHRM oordeelde dat er sprake was van een schending van artikel 8 EVRM.
Conclusie
Artikel 8 EVRM verplicht de nationale autoriteiten om actief te onderzoeken of en zo ja, hoe een kind kan worden gehoord bij beslissingen die ingrijpend kunnen zijn voor zijn of haar leven, ongeacht de leeftijd van het kind. Het EHRM benadrukt dat het horen van het kind een onderdeel is van het besluitvormingsproces en dat het ontbreken hiervan kan leiden tot een schending van het recht op gezinsleven.
Heeft u zelf vragen over dit onderwerp of zit u in een dergelijke situatie? Neem gerust contact op met het kantoor van Consigliera Advocatuur via +31(0)475584214 of stuur een mail naar info@consigliera.nl. Wij staan voor u klaar!


























Comments