top of page

Beëindiging slapend dienstverband


Uitspraak over beëindiging slapend dienstverband

(ECLI:NL:RBNHO:2019:10491)

Op 23 december 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland een interessante uitspraak gedaan. De vraag over beëindiging van een slapend dienstverband stond hier centraal. De datum einde wachttijd ligt voor 1 juli 2015. Aan het door de Hoge Raad in ECLI:NL:HR:2019:1734, van 8 november 2019 gestelde criterium is pas in 2017 voldaan. Daarom is er wel sprake van een plicht tot beëindiging van het dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding, aldus de rechtbank

Feiten

Eiseres is op 1 april 1978 in dienst getreden van de rechtsvoorganger van Ammeraal. Sinds 2000 kampt zij met medische klachten. Met ingang van 7 januari 2013 heeft eiseres zich arbeidsongeschikt gemeld, waarna op 26 januari 2015 deze is vastgesteld op 80-100%. De verzekeringsarts verwachtte een aanzienlijk herstel van de arbeidsmogelijkheden en heeft ervoor gekozen om na 6 maanden de beoordeling te herzien. Bij besluit van 14 maart 2017 heeft het UWV vastgesteld dat de arbeidsongeschiktheid van eiseres ongewijzigd 80-100% is.

Vanaf 14 maart 2017 heeft Ammeraal eiseres niet meer opgeroepen voor werkzaamheden, daarnaast hebben zij aangegeven in een brief van 19 mei dat het dienstverband niet wordt beëindigd. Daarbij hebben zij aangegeven dat er geen aanspraak meer bestaat op (aanvullende) loonbetaling. Op 21 november 2019 heeft eiseres Ammeraal gevraagd haar dienstverband te beëindigen met wederzijds goedvinden, onder uitbetaling van de wettelijke transitievergoeding. Echter, Ammeraal heeft in reactie op dit verzoek aangegeven dat eiseres niet in aanmerking komt voor een transitievergoeding.

Vordering en verweer

Eisers vordert beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een wettelijke transitievergoeding van € 81.000,- bruto. Ammeraal betwist de vordering en het spoedeisend belang van eiseres. Daarnaast stelt Ammeraal zich op het standpunt dat eiseres geen aanspraak kan maken op de transitievergoeding.

Beoordeling en beslissing

De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een gerechtvaardigd belang heeft om op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen omtrent haar rechtspositie. De in dit geding te treffen ordemaatregelen hebben geen onomkeerbare gevolgen en ontnemen evenmin het voorlopig karakter aan die ordemaatregelen, zeker ook omdat de beslissing geen definitief karakter draagt. Volgens Ammeraal heeft de Hoge Raad de vergoedingsplicht gekoppeld aan de omvang van de transitievergoeding op het moment van einde wachttijd, na twee jaar arbeidsongeschiktheid. Voor eiseres was de datum van einde wachttijd 5 januari 2015. Vóór 1 juli 2015 was echter bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst nog geen transitievergoeding verschuldigd, aldus Ammeraal.

De kantonrechter volgt Ammeraal niet in de stelling dat het dienstverband feitelijk reeds per einde wachttijd beëindigd had kunnen worden. Uit de verzekeringsgeneeskundige rapportages van het UWV en het door Ammeraal ingeschakelde Arboned blijkt immers voldoende, dat ook na januari 2015 getracht is eiseres te re-integreren. Pas vanaf het moment dat de arbeidsongeschiktheid 80-100% bleef, kon toestemming voor ontslag worden gevraagd en verleend. De stelling van Ammeraal dat de uitspraak van de Hoge Raad van 8 november 2019 in de onderhavige situatie toepassing mist, slaagt dan ook niet. Het is zeer waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat Ammeraal in strijd handelt met de verplichtingen als goed werkgeverschap. Anders dan door Ammeraal is betoogd, werd de vraag of de werkgever in aanmerking komt voor compensatie op grond van de WTC, bij de beoordeling van de aanspraak op een transitievergoeding, niet van doorslaggevende betekenis geacht.

De kantonrechter heeft de vordering van eiseres tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een transitievergoeding ad € 81.000,- toegewezen.

Kortom, ook indien het einde van de 104 weken wachttijd bij ziekte al voor 1 juli 2015 is bereikt, kan in bepaalde gevallen toch aanspraak worden gemaakt op beëindiging van het dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding.

Wilt u weten of u aanspraak kunt maken op betaling van een transitievergoeding of wilt u antwoord op de vraag of u als werkgever verplicht bent om mee te werken aan het beëindigen van een slapend dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding, neemt u dan contact met ons op. Wij staan u graag te woord. Voor vragen kunt u contact opnemen met mr. S.L. Smits-Emons, sandy.emons@consigliera.nl of telefonisch op 0475-584 214.

Uitgelichte berichten
Check back soon
Once posts are published, you’ll see them here.
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page